Waar we nu zitten [de bibliotheek] was voetbalveld. En dán begon dus de Staart, het Top. Waar wij nu zitten was het Top van Urk. Dat was boerenland. De Urker boeren hadden daar allemaal een plekje. Langzaamaan moesten ze dus steeds verder [opschuiven]. Er waren boeren die gewoon in het dorp hun koeien in de stal hadden, maar die hadden land op het Top. Dus ’s zomers liepen de koeien op het Top en ’s winters stonden ze in de stal op het dorp. Ze dreven zo de koeien door het dorp naar de stal.
Vroeger had je ook hooizolders op Urk. Dan werd het hooi naar die zolders gebracht. Daar gingen we ook allemaal achteraan. En dan gingen we lekker op dat hooi springen en naar beneden springen enzo. Dat waren dingen die uniek waren op Urk, want je had hier niks. Zulke dingen kwamen elk jaar terug.
Wij weten nog dat Wijk 7 het laatste van Urk was. Achter de Petrakerk en dan nog een rij daarachter. Wijk 8 was er nog niet. Wij weten nog heel goed dat Wijk 8 is gebouwd in de jaren veertig en vijftig. En daar speelden we natuurlijk ook altijd. Je moest je buiten vermaken.