Bergers vertellen over neergestorte vliegtuigen

1 geïnteresseerde
wrak Boeing B17

Wrak van een Amerikaanse B-17 Flying Fortress, bijgenaamd ‘Crazy Horse’. Het toestel nam op 21 februari 1944 deel aan een bombardement op vliegveld Diepholz bij Osnabrück. Op de terugweg werd de B-17 geraakt door luchtafweergranaten. Boven de Veluwe gaf piloot Ralph W. Holcombe de bemanning de opdracht uit het toestel te springen. Een aantal van hen werd krijgsgevangen gemaakt, de anderen werden door het Nederlandse verzet verborgen. Alleen Holcombe bleef aan boord. Boven het IJsselmeer sprong hij uit het toestel, dat neerstortte op de Spiekerzandbank. Holcombe overleefde zijn avontuur niet; zijn lichaam werd twee maanden later door een visser gevonden. Bij de drooglegging van Zuidelijk Flevoland werd het toestel geborgen.

Alle rechten voorbehouden

De heren Kuiper en Westers vertellen over de bergingswerkzaamheden van neergestorte vliegtuigen in de Noordoostpolder. Leerlingen van basisschool De Branding uit Swifterbant hangen aan de lippen van twee mannen die betrokken zijn geweest bij de berging van neergestorte vliegtuigen. Zij interviewen de twee mannen, die door de werkgroep Ongeland zijn uitgenodigd in de klas.

Er zijn in de Tweede Wereldoorlog ongeveer 165 - veelal Geallieerde - vliegtuigen neergestort, in het gebied waar nu Flevoland ligt. Veelal aangeschoten door luchtafweer van de Duitse bezetter, vonden de piloten het juist ontgonnen Noordoostpolder een goed gebied om neer te storten. Riet, modder en een laag water zorgden voor een relatief zachte landing. Maar de heren Kuiper en Westers vertellen ook over de oorlogstijd in de Noordoostpolder. En hun eigen belevenissen daarbij.

De leerlingen hebben het vraaggesprek opgenomen, dankzij bemiddeling van de werkgroep Ongeland en in het kader van het project ‘Gezocht, Persmuskiet’. De weergave van de interviews is hier te beluisteren.

Alle rechten voorbehouden

Media

Groepsgesprek met de heer Kuipers