Elke dag neemt mijn vader dus de post mee voor Lelystad. In zo’n groene PTT-zak met rood-wit-blauw. Voor die paar gezinnen en het Zuiderzeewerken-kantoor zit er niet zoveel post in. Ook een paar kranten. De postzak ligt in de stuurhut, en onder het terugvaren sorteert vader de post een beetje. Zodat straks de mensen op de steiger het mee kunnen nemen. Of hij fietst er even bij langs om het te brengen.
Voorjaar ‘54 wordt dat overgenomen door kapper Borst. De post van Lelystad naar de vaste wal verzamelt hij aan boord en brengt het in de postzak naar het postkantoor in Harderwijk. Dat loopt allemaal soepel. Totdat een PTT-ambtenaar ineens vindt dat dit een bedenkelijke werkwijze is. Een kapitein die in de stuurhut de post sorteert? Waar blijft dan de PTT-geheimhouding? De post zal aan boord gebracht worden door een PTT-beambte, en opgeborgen in een stalen kast met slot. Die kast wordt speciaal voor de Lely gemaakt, en wordt aan het schip vastgeschroefd in het gangboord. Er zit een hangslot op de kast. Kapper Borst op Lelystad krijgt een sleutel. En de PTT in Harderwijk. Als mijn vader vraagt wie er tijdens de vaart verantwoordelijk voor is, zou dat de kapitein zijn. Ja, en die moet daarom dus ook een sleutel hebben… In plaats dat vader de post in het postkantoor Harderwijk brengt, meldt hij nu aan het loket dat de boot is aangekomen en dat er misschien wel post aan boord is.
Na een paar dagen is het slecht weer. De Lely kan daar wel tegen en de golven rollen door het gangboord. En spoelen door de kieren van de ijzeren kast. Er liggen wat oude kranten die nat worden (als bewijs van de onzin?). Want het postzakje heeft vader allang weer veilig in de stuurhut liggen… Na een paar weken verdwijnt de ijzeren kast uit het gangboord. Het is een sta-in-de-weg. Thuis hebben wij vanaf dat moment een ijzeren gereedschapskast in de schuur staan. Ik heb er later extra planken in gemaakt. De kast staat nu bij mijn broer in de schuur.