Een viool is een bak en die heb je zo onder je arm. Dan heb je hier een bak en daar laad ik misschien een kilo of tien in, niet meer. En dan zat hier zo’n rond schijfje en dan had je een stok met een riem en die zat met een slag om dat schijfje heen. En als je hem heen en weer haalde dan ging dat schijfje draaien. Als je het zo deed, dan ging hij die kant op en als je zo deed de andere kant. Dus hij zaaide zo een oppervlakte van een bepaalde breedte, zeg maar dat we een meter of vijf, zes liepen.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Anneke Jansen met de heer L.J. van Boheemen, 6 december 2007.