De boeren in Rutten kwamen bij elkaar in het dorpshuis, eerder in het café 'Oma '. Uiteraard ´s zondags na de kerk zat het hele café ook stampvol. Met alleen maar rooms-katholieke boeren. Dan zat er ook weer een man of twintig rond de tafel. Als kind weet ik nog wel, dan stond er zo´n hele grote kolenkachel te ronken om de boel warm te krijgen. In zo´n hele grote houten keet, want toen was er nog geen dorpshuis.
In een enorme wolk sigarenrook zaten die boeren daar bij elkaar de landbouw wat te bespreken, wat ze allemaal die week gedaan hadden en wat ze de volgende week gingen doen en zo. Die leerden op die manier natuurlijk veel van elkaar. De boeren waren in die zin volkomen gescheiden van de knechten. Die zaten ook wel in het café, maar bij elkaar, niet tussen de boeren in. Dat was onbestaanbaar.