In onze gemeente hebben wij ongeveer vijf à zeshonderd gemeenteleden van 75-plus en die bezoek ik. Als er iemand ziek is, dan bellen ze mij. Ik ben met name voor deze doelgroep aangesteld om geestelijke begeleiding te geven. Bij ziekte loop ik een stukje mee op, meestal richting het einde. Ik vind het heel mooi om iemands levensverhalen te horen, niet alleen de moeilijkheden, maar ook de mooie dingen van het leven.
Ik ben pastor en dus komt ook het geloofsleven aan de orde: hoe is dat geloofsleven geweest, hoe is iemand opgevoed tachtig, negentig jaar geleden, wat voor een Godsbeeld heeft iemand, hoe is dat Godsbeeld veranderd en heeft deze persoon bij moeilijke en mooie momenten veel steun uit het geloof ervaren, en ervaart hij ook vanuit het geloof steun richting het einde van zijn leven.
Ieder mens heeft een uniek verhaal en heeft wel een stukje geschiedenis meegenomen naar de polder. Die verhalen variëren natuurlijk: ze gaan over de oorlogsjaren, de watersnood, de emigratie vanuit Brabant en Zeeland richting de nieuwe polder. Velen lieten hun familie achter in het begin van de jaren zestig. Ze zagen dat als een complete emigratie. En dan komen ze in een polder die nog ‘woest en ledig’ is. Als ik die verhalen hoor en ook de gemeenschapszin in die tijd, ja, dat is heel mooi.