In het begin van de negentiende eeuw leidden de nieuwe technische ontwikkelingen, zoals de toepassing van stoomkracht, niet tot een opleving van de Nederlandse economie. Dit wordt verklaard doordat het particuliere initiatief onvoldoende ruimte kreeg in het autocratische bestel van Willem I. Maar door de Grondwet van 1848 kreeg het particulier initiatief meer ruimte en raakten ontwikkelingen in de economie en de infrastructuur in een stroomversnelling. Het is niet toevallig dat vanaf 1848 plannen werden gemaakt die voorzagen in de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee. De regering vond de droogmaking van de Zuiderzee door particulieren echter te riskant en meende dat een dergelijke onderneming door de Staat moest worden uitgevoerd. Een wetsontwerp dat voorzag in de inpoldering van het zuidelijke bekken van de Zuiderzee werd in 1877 ingetrokken.