Waar nu de bibliotheek is, dat was er allemaal niet. Daar stond ook een groot houten gebouw, DK 6. In DK6 zat Domeinen. En de gereformeerde kerk was ook in een houten gebouwtje. Er waren nog niet zo veel mensen, maar er kwamen wel steeds meer mensen. Het bouwen ging wel hard. Er kwamen zo een heleboel straten bij. Toen zij begonnen met de Kampwal was de Moerasandijviestraat er al. Aan de andere kant van de Espelervaart was allemaal gras. Aan het eind van de Hoefbladstraat was een groot woonwagenkamp. Daar waren geen woonwagenmensen, maar mensen die hier werkten en nog geen huis hadden. Die kwamen hier met woonwagens. Onder anderen ook juffrouw Ruitenberg, die gaf pianoles in haar woonwagen. De Meldenstraat was er en natuurlijk de houten huizen aan de Berkenlaan en de Accasialaan. Die zijn er in 1947 neergezet. Daar zat ook een arts in, Berkenlaan 4. Daar hebben wij later ook gewoond. Dat was een dokterswoning. Dr. Tromp heeft er een poosje gewoond en is later naar de Boslaan verhuisd.
Er werd veel gebouwd, er werd onnoemelijk veel gebouwd. Je zag Emmeloord groeien. Niet natuurlijk de Zuidert en West. Het was vooral het centrum. De Lange Dreef daar kwam een stukje van. De Koningin Julianastraat hield op bij de Meidoornstraat. Dan was er een stukje vrij. Het postkantoor, daar waren ze mee aan het bouwen. Later haalde ik daar altijd de postzegels. De hervormde kerk was er al. Ze waren met Garage Greven aan het bouwen. De Meeuwenkant daar was al een stuk van. Daar woonden veel opzichters van Domeinen en die woonden ook allemaal in de Espelerlaan. De Espelerlaan had nog maar aan één kant huizen en daar woonden veel opzichters van Zuiderzeewerken.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, Interview van Willy Heukers met Trijn Lourens-Luymes, 14 januari 2008.