Robert Morris was een Amerikaans beeldend kunstenaar en schrijver. Hij leverde een grote bijdrage aan de ontwikkeling van land art en de kunstvormen performance en installatie.
In Nederland is Morris vooral bekend dankzij het 'Observatorium Robert Morris'. Dit is een vergrote kopie van het Observatorium zoals dat in 1971 in het kader van de Arnhemse kunstmanifestatie Sonsbeek buiten de perken in Velsen tentoongesteld werd. Dat Observatorium bleef niet bewaard omdat het op een plaats met een woningbouwbestemming was opgetrokken. In 1973 legde de organisator van Sonsbeek buiten de perken contact met de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) met het verzoek om plaatsing van een kopie van het Observatorium in één van de polders.
De RIJP stemde in met het verzoek en vond een passende kavel aan de doorgaande weg van Lelystad naar Swifterbant. In 1976 gaf Morris persoonlijk toestemming voor aanleg van het Observatorium in Flevoland en wees Coen de Groot als architect aan: hij was ook architect van het Observatorium in Velsen in 1971.
Op 22 april 1977 werd het Observatorium feestelijk geopend door prof. R.H.A. van Duin, directeur van de RIJP. In 1990 is het beheer van het Observatorium overgedragen aan Stichting Flevolandschap.
Het observatorium doet denken aan Stonehenge. Het project bestaat uit twee concentrische cirkels, waarvan de buitenste wordt gevormd door een aarden wal. In deze wal bevindt zich een tunnel die toegang geeft tot het centrum van het Observatorium. Van hieruit kan iedereen de ritmen van dag en nacht en de wisseling van de jaargetijden bewust meemaken. Zo vallen op 21 maart en 21 september hier de eerste zonnestralen recht in het middelpunt van de cirkel.