A.J. (Bert) Knipmeijer is vooral bekend doordat hij tijdens de Duitse bezetting vele jongemannen die van de Duitsers wat te vrezen hadden in de Noordoostpolder liet onderduiken. Het ging om jongemannen die niet in Duitsland wilden worden tewerkgesteld, beroepsmilitairen en voormalige dienstplichtigen die zich bij de Duitsers moesten melden om als krijgsgevangenen te worden weggevoerd, en studenten die weigerden een loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Daarnaast doken er Joden en verzetsmensen in de Noordoostpolder onder.
Geboren in Hoogeveen, trad Knipmeijer in 1932 als boekhouder in dienst bij de Directie van de Wieringermeer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij hoofd van de afdeling Personeelszaken van de Cultuurtechnische Afdeling van de Directie, die was gevestigd in Kampen. Hij gaf veel mannen die zich bij zijn kantoor meldden toestemming in de Noordoostpolder te gaan werken, ook als ze niet over de juiste papieren beschikten. De Noordoostpolder stond dan ook in heel Nederland bekend als ‘Nederlands Onderduikers Paradijs’. Knipmeijer werd 'commandant van de grootste duikboot van Europa' genoemd.
Na de oorlog werd hij benoemd tot hoofd van de Afdeling Kampbeheer van de Directie. Op 1 september 1948 verliet Knipmeijer de Directie en trad in dienst van de firma van J.W. Siebrand te Kampen.