We hebben zelf ook een keer in een gevecht gezeten. We gaan ’s morgens de pont over, naar school. We zijn midden op het water en het was helder weer. We zien die vliegtuigen, die hele formatie aankomen. Moet je je voorstellen, die zijn geëscorteerd door jagers. Die jagers gingen niet door naar Duitsland, maar bij de polder ongeveer keerden ze terug en dan gingen die bommenwerpers door. De Duitse marine lag in Ketelhaven. En die begint met zwaar geschut op die formaties te schieten. Nou, die jongens die escorteerden namen dat niet. Dat is een luchtgevecht geweest op die boten en wij zaten in de vuurlinie.
In paniek hebben wij die pont naar dat brugeiland getrokken. Hard lopen om dekking te zoeken. En Freek en ik liggen aan de verkeerde kant! We liggen aan de kant van Ketelhaven! We hoorden alles om ons heen fluiten. Frans van Wijngaarden had het bombardement in Rotterdam meegemaakt, die was veel nuchterder. Die haalt ons weg en gooit ons aan de andere kant van de bult. En hij lag daar net mooi met z’n kop eromheen te kijken. Moet je kijken, moet je kijken, kom nou, kom nou!! Nou jongen, ik stond nog te trillen op mijn benen, ik durfde geen stap meer te verzetten. Dat waren toch momenten die veel indruk op mij hebben gemaakt.