[Martha]: Onze familie kwam uit Amsterdam. Mijn vader is al vroeg gaan varen, toen hij veertien jaar was. Hij kon aanmonsteren op een schip en dat heeft hij gedaan totdat ik geboren werd, tot 1939. Toen werd het vanwege de oorlog te heet onder zijn voeten en is hij aan wal gekomen. Hij wilde gewoon thuis zijn. Hij had ook al een dochter, Geerlofa, die in 1936 was geboren.
[Lien]: Mijn vader had altijd gevaren als chef-kok/pâtissier op een groot passagiersschip. Hij maakte allerlei leuke dingetjes: gebakjes en bonbons, de make-up van de eetborden. Aan het eind van de oorlog, in 1945, zag hij een advertentie in de krant staan voor een kampbeheerder in de polder. Toen zei mijn moeder: "Ik heb nog maar een paar gulden. Ga nou niet schrijven, maar laat je gezicht zien! Dan wordt je vast aangenomen!" Dat gebeurde en zo kwam hij als kampbeheerder in kamp Vollenhove.