C.L. van der Wielen was van beroep slager. Hij werkte voor de Transportcolonne Rotterdam van het Rode Kruis en diende ook als hospik.
In 1942 werd hij als verpleger aangesteld door de Medische Afdeling van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken). Eén van de taken van de Directie was het ontginnen en in cultuur brengen van de Noordoostpolder. Het zware werk werd gedaan door arbeiders, die in barakkenkampen werden gevestigd. Uiteraard hadden deze arbeiders ook medische verzorging nodig. Hiervoor werden kampartsen aangesteld, die door Van der Wielen en zijn collega Kamphuis werden geassisteerd. Toen de Directie in Vollenhove een ziekenhuis opende, werd Van der Wielen aangesteld als hospitaalbediende A.
Van der Wielen woonde aanvankelijk in Vollenhove, maar toen de activiteiten van de Directie (later Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders) zich verplaatsten naar Oostelijk Flevoland, verhuisde hij mee. In 1957 vestigde hij zich in Roggebotsluis. Vanaf 1962 werkte hij als ziekenbroeder vanuit het gezondheidscentrum in Dronten. Op 20 september 1965, terwijl hij onderweg was met een patiënt naar het ziekenhuis, werd hij in de ambulance getroffen door een hartstilstand.
Bron:
Thijs Gras, Ambulance uit klei gevormd. Geschiedenis van de ambulancezorg in de IJsselmeerpolders (HHS Uitgeverij, Velp z.j.).