Belevenissen van een lid van AWN Flevoland in de Flevolandse klei

1 geïnteresseerde

Caroline Hoek vertelt over een dag met werkzaamheden aan een scheepswrak in Lelystad.

Open dag.jpg

Open dag bij de opgraving van het scheepswrak op kavel OE34 aan de Vogelweg 21, 9 juli 2011 (foto AWN Flevoland).

Alle rechten voorbehouden

Met m’n “overlevingspakketje” reed ik op maandagochtend 11 juli naar Vogelweg 10 in Lelystad (kavel OE 34). Het was de derde boerderij aan de rechterkant op de Vogelweg, aan de andere kant van de opgraving lag het vliegveld. Op de betreffende kavel aangekomen heb ik eerst de opgegraven “schatten” bekeken waaronder een zwaard en enkele plavuizen.

Toen iedereen aanwezig was verdeelde André van Holk de taken onder de aanwezigen. Het was een zeer gemêleerd groepje van o.a. AWN’ers, studenten, provincie medewerkster, gemeente medewerker en NISA medewerkers. Ik was ingedeeld bij de “Graafgroep”. Eerst aan de achterkant van het schipl; later aan de voorkant. Bij mij als amateur “opgraver” rezen allerlei vragen zoals: hoe diep moet je graven, wat doe je met stukjes hout, mag je die in je emmer gooien of moet je die laten liggen. Ik had dan ook als AWN’ er nog niet eerder meegedaan aan een opgraving van een schip.

Gelukkig kreeg ik uitleg hoe ik bepaald gereedschap het beste kon gebruiken. Er kwamen emmers vol grond uit het schip en ik vond toevallig zowaar ook een netverzwaarder. Ondertussen werd er om me heen water gespoten op het hout van het schip, zodat het niet helemaal zou uitdrogen. Het was die dag warm weer dus een fijne nevel van water in het gezicht ter afkoeling was welkom. Tijdens de lunch gebeurde er iets merkwaardigs. We zagen hoe een soort kleine wervelwind vlak boven het scheepswrak vat kreeg op zeil, papier, tekentafels en emmers en het alles een stukje in de lucht meenam. Even dacht ik aan de ronddolende geest die ruw gewekt was uit de “eeuwige slaap” en ons nu kwam belagen.

Na de middag ging het graven verder, afgewisseld met het fotograferen en een stukje schrijven voor de weblog. Op het einde van de dag werd alle gebruikte materialen uiteraard opgeborgen in een container of schaftkeet. Een van de schaftketen was netjes ingedeeld met bakjes waarop de namen stonden van de materialen die er in thuis hoorden.

Het schip werd tenslotte ook weer toegedekt met zeilen en wel zo dat de wind die meestal uit het zuidwesten komt er niet al te veel vat op zou hebben.

Ik plofte vervolgens tevreden in m’n Fordje en reed naar huis: veel zweet armer, maar een mooie ervaring rijker!

Alle rechten voorbehouden