En dan die zaodklampen, bij de zomerdag dan ging het zaod aan de klamp, zo in de rondte en je was met éen man, twee man, drie man. Een man legde de eerste bos. Zo, mooi rond, zo, op een bepaalde hoogte. En dan, an ze een bepaalde hoogte hadden, dan worden de andere bossen, die worden dan ietzien naar buten ‘elegd om het schuin te krijgen. Maar dan kruipen ze ook weer met zijn drieën achter elkaar. Eerst hij, dan hij en dan hij. Ja dat ging ok de hele dag door. De hele dag. En dan mossen we ze bij de zomerdag of bij de winterdag afdekken met bladriet. Dat mossen we ook nog doen. Voor het inregenen van de klamp.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Hennie van de Wetering door Dicky Meijer, 30 juni 2010.