J.H. van Kampen (1925-2013)

Jan Harbrecht van Kampen werd geboren in Haarlem. Vanaf 1942 studeerde hij Nederlandse landbouw, richting akker- en weidebouw, aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. In juni 1951 behaalde Van Kampen het diploma van landbouwkundig ingenieur. 

Na zijn afstuderen trad Van Kampen in dienst van de Landbouwvoorlichtingsdienst. In 1954 maakte hij de overstap naar de Cultuurtechnische Afdeling van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken). In 1963 bereikte hij de rang van hoofdinspecteur bij wat inmiddels de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) heette, met de functie van hoofd afdeling Operationeel Onderzoek.

In 1968 werd Van Kampen benoemd tot hoofd van de Wetenschappelijke Afdeling van de RIJP. Twee jaar later werd hij benoemd tot hoofd van de Landbouwkundige Afdeling (Hoofdafdeling Cultuurtechniek en Recreatie), een functie die hij tot mei 1980 bekleedde. Hij werd toen benoemd tot directeur Landinrichting van de RIJP.

In 1989 werd de RIJP opgeheven. Delen van de organisatie fuseerden met de Dienst der Zuiderzeewerken tot Directie Flevoland van Rijkswaterstaat. Van Kampen maakte de overstap naar de nieuwe organisatie en werd hoofd van de Hoofdafdeling Landinrichting. Dit bleef hij tot zijn vervroegde uittreden in juli 1989. 

Van 1987 tot 1998 was Van Kampen, een groot natuurliefhebber, voorzitter van Stichting Het Flevo-landschap. Als zodanig speelde hij een belangrijke rol in de totstandkoming van het Natuurpark Lelystad.

In 1969 promoveerde Van Kampen aan de Landbouwhogeschool te Wageningen op het proefschrift Optimizing harvesting operations on a large-scale grain farm.

Literatuur:
‘Van Kampen na 40 jaar dienst weg uit IJsselmeerpolders’, Zeewolder krant, 2 mei 1989;
‘Bij het afscheid van dr. J.H. van Kampen’, Cultuurwijzer II (1989) 7 (juli) 14.