Norel, Klaas * (Harlingen 9 nov. 1899 - Baarn 4 mei 1971; begraven op Zorgvlied te Amsterdam), journalist, schrijver. Was aanvankelijk kantoorbediende, later journalist bij De Vrije Westfries te Enkhuizen, sinds 1920 als redacteur. Werd in 1945 chef-redacteur binnenland bij Trouw en was sinds 1946 freelance schrijver. Produceerde meer dan 150 titels; naast jongensboeken, romans en populairwetenschappelijke werken schreef hij in de tijdschriften De Wandelaar, De Spiegel, Vrij en Blij, De Vriend des Huizes, De Speelwagen, Uit het Peperhuis en Op de Uitkijk. Schreef in het jongensboek Land in zicht! (1935) en de roman Het getij verloopt (1937) over de visserij die destijds, door afsluiting van de Zuiderzee, snel achteruit ging. Van dezelfde strekking zijn: Aan dood water; de laatste dagen van een eiland (over Urk; 1938) en Rondom het land van morgen (1939). Voltooide van Herman de Man, na diens dood, een roman over aardhalers, kruiers en baggeraars: Mannen van Sliedrecht (1950). Voorts: Mannen en dijken (1965), over waterbouwers in den vreemde. Kwam om het leven bij een auto-ongeluk op de rijksweg bij Baarn. Ref.: BJ72, EW, HLR, LNA, J.J. Norel, Klaas Norel, een Enkhuizer vrije (West-)Fries (1995), PVL.