Moerman, Hendrik Jacob * (Ughelen 14 sep. 1882 - Kampen 24 sep. 1954), leraar, historisch-geograaf. Had, als leerling van Roelof Schuiling aan de Rijkskweekschool te Deventer, grote belangstelling voor Middeleeuwse economische geschiedenis en naamkunde. Was onderwijzer te Hengelo en Den Haag, daarna leraar aardrijkskunde te Winschoten en sinds 1925 te Kampen waar hij tot zijn pensionering in 1943 leraar en conrector aan het lyceum was. Schreef zeer heldere artikelen over de oostkust van de Zuiderzee w.o. ‘De IJsselmonden’ (1918), ‘Urk’ (met A.J. Reijers; 1921), ‘Schokland’ (idem; 1925) en ‘Uit de geschiedenis der Zuiderzee’ (1927). Werkte met G.J.A. Mulder samen aan de zesde druk van Schuilings Nederland, handboek der aardrijkskunde en aan de beide supplementen daarop. Schreef voor het Handboek der Geografie van Nederland twee hoofdstukken: ‘Plaatsnamen’ (in dl. 2, 1951) en ‘Overijsel’ (met A.W. Wentholt; in dl. 6, 1959). Zie ook: L.Ph.Ch. van den Bergh. Ref.: S.J. Fockema Andreae, 'In memoriam H.J. Moerman' (1955), C.N. Fehrmann, 'In memoriam H.J. Moerman' (1955), HGN dl.6 pVII.