Op het einde van die vuilstort liggen de restanten van wat vroeger ooit een burcht is geweest. En ja, hoe wist men dat daar een burcht was. Het is niet zo dat de restanten die nu zichtbaar toen ook zichtbaar waren. Er was helemaal niks. En toen alles droogviel, was het één vlak terrein. Maar het is eigenlijk min en meer ontdekt door geallieerde vliegers. Die hebben luchtfoto’s gemaakt en op die foto’s was te zien dat er iets in de grond geweest moet zijn. Ik heb ze zelf gezien die foto’s. Je zag een cirkel en daar is men later aan het graven gegaan en daar heeft men de fundamenten gevonden van een burcht. Een kleine ronde burcht.
Die burcht stond daar zo’n beetje, ik geloof rond 1200, 1300, in die buurt. Maar toen was het daar allemaal nog normaal land. En toen liep daar een rivier, of het nou de Linde is durf ik niet met zekerheid te zeggen, vanuit Kuinre daar langs. En die burcht is als het ware op een strategisch punt gebouwd. Maar er zat toentertijd een roofridder op en de passanten die er langskwamen werden knap uitgekleed. Om er zelf beter van te worden uiteraard. Maar goed, die burcht is in eerste instantie een beetje zichtbaar gemaakt door een gracht te graven. En die grond uit die gracht werd naar het midden als het ware opgehoogd, zodat je min of meer een heuvel zag.
De fundering die is gevonden waren geen betonnen funderingen zoals wij ze nu kennen, maar dat waren maar houten palen. Waar de muren op gebouwd zijn, die zijn heel diep in het veen op één of andere manier het veen ingeslagen en daar is de fundering op gebouwd. Nou, dat en dat is dan later weer zichtbaar gemaakt voor het publiek. Om te laten zien hoe de funderingen er ongeveer heeft uitgezien. Want waar je tegenaan kijkt is niet de burcht zelf. Dat gedeelte dat vroeger diep onder de grond heeft gezeten, dat is eigenlijk elk min of meer zichtbaar gemaakt. Er heeft nóg een burcht staan, maar dan dichter tegen de Kuinre aan. Die heeft men ook door luchtfoto’s ontdekt. Maar daar is eigenlijk nooit wat mee gedaan. Of daar nog wat van in de grond zit, weet ik niet.
Op deze burcht worden geregeld toneelstukken en drama’s opgevoerd. Ik heb er zelf één keer gebruik van gemaakt. Toen was het nog een heuvel en op een gegeven moment liep ik daar in de omgeving en ik hoorde een hoop gepiep en geritsel. Dus ik kijk daar in zo’n greppel, ligt daar een grote doos met daarin wel vijftig of zestig cavia’s. Ik denk:
"Wat moet ik hiermee? Dat kan ik nooit meenemen."
Ik heb ze allemaal opgepakt en toen lag er nog een afgesloten bruggetje over die gracht en daar had ik een sleutel van. Toen heb ik die beesten met vier of vijf tegelijk opgepakt en ze op die heuvel gezet. Toen ben ik naar huis gegaan en heb ik een kooi of een doos opgehaald en ik heb ze allemaal weer van die heuvel afgehaald. Ik ben er mee naar Emmeloord gegaan, naar een dierenzaak en die wilde ze wel graag hebben. Ik vond het zonde dat die beesten daar eigenlijk omkwamen, want ze komen om hoor. Die hebben wel weer een bestemming gekregen.