Mijn ouders verhuisden in het midden van 1969 naar Lelystad.
Mijn vader zal bij de Haagse politie en hij moest met de vut.
Zijn hobby was zijn volkstuin en dat was in Den Haag toch steeds lastiger.
Hij had (begin 1969) een mooi verhaal over de Flevopolder in de krant gelezen.
Daarom namen pa en ma de auto en gingen een kijkje nemen.
In Dronten sprak pa een politieman aan om wat meer informatie te krijgen.
“Je moet eens in Lelystad kijken, daar staan mooie huizen”.
De huizen waren bestemd voor jonge mensen maar “jij maakt een goede kans om er bij te zijn”.
En zo verhuisden we in 1969 naar Lelystad: vader, moeder, zoon van 23 en pleegdochter van 6.
Ik was net klaar met mijn studie en moest in militaire dienst, dus waar we gingen wonen maakte me niet veel uit..
Verhuizen vond ik niet erg, ik vond het eigenlijk wel prachtig.
Een mooie start in een toekomst die helemaal open was.
Maar, voor een vrijgezel van 23 jaar was Lelystad in 1969 een saaie stad, er was niets te doen.
Alle huizen werden bewoond door jonge stelletjes met kindertjes en kindertjes in de maak.
Ja, ik was vrijgezel en wilde dat ook nog wel een tijdje blijven.
Maar, stappen met vrienden en vriendinnen was er in Lelystad niet bij.
En ergens s’avonds op bezoek gaan al helemaal niet, je werd toch gezien als een soort indringer, een potentiële vijand.
Eigenlijk heeft het een aantal jaren geduurd voordat hier wat verandering in kwam.
Werk voor mij in Lelystad was er al helemaal niet dus dat na de militaire dienst betekende dat: forenzen met de auto.
Geen files, die waren er niet.
Maar altijd werk buiten de polder.
Nee, ik heb geen spijt dat ik met mijn ouders ben meegegaan naar Lelystad.
Tot aan de dag van vandaag woon ik met veel plezier in Lelystad en ik ga er nooit meer weg.
De liefde?
Een fijne vrouw uit de polder, wel import maar toch…..
Ik denk niet vaak terug aan de eerste jaren in Lelystad: wonen was goed maar verder was het behoorlijk eenzaam.