Nou, dat verliep eigenlijk heel soepel, wat de privé-situatie betreft; voor het bedrijf was het natuurlijk een ramp. Wij zijn op 6 januari 1985 hierheen gegaan en het was één sneeuwtroep toen we met ons verhuiskarretje heen en weer reden. We hadden dus een aanhanger achter de auto vanaf Dronten en dan hadden we de schep bij ons om onderweg sneeuw weg te scheppen, want ja, strooien deden ze hier nog niet. Dat sneeuw waaide van het open land af en dan kon je zomaar in een berg sneeuw zitten. En zodoende zijn we aan het verhuizen gegaan.
Toen kreeg je dus die Elfstedentocht en een strenge winter met veel ijs. In de buurt woonden allemaal jongens van de leeftijd van onze jongens; van Appelhof, en Roelofs, Van Dijk, Riphagen en noem maar op. Dat hele spul ging schaatsen met elkaar. Dus die jongens waren in de kortste keren ingeburgerd. Dat ging ongelooflijk snel en makkelijk.
Toen wij in 1967 in Dronten kwamen, was dat allemaal al een jaar of vijf aan de gang. Maar hier in Zeewolde was het in 1985 hartstikke vlak. De AH was er, en de Chinees, en dat had je het wel zo’n beetje gehad. Dus dat zag je van begin af aan opgroeien. Dat was wel hartstikke leuk. Maar het was ook wel eens lastig natuurlijk, want voor de slager ging je naar Dronten en voor de bakker naar Biddinghuizen. Nou ja, die kwam ook langs hoor. Maar de kruidenier was er ook niet, dus dan gingen we naar Biddinghuizen. Maar ja, je zag het opgroeien en dat vonden we prachtig.